PICUS

DE INCLUSIE VOOR DE PICUS-STUDIE IS VOLTOOID! ECHTER BLIJVEN WIJ GRAAG OP DE HOOGTE VAN ALLE PATIËNTEN MET IDIOPATHISCHE ACUTE PANCREATITIS. MELD DAAROM A.U.B. ALLE PATIËNTEN MET IDIOPATHISCHE ACUTE PANCREATITIS AAN BIJ HET DATACENTER!

Mobiele telefoonnummers onderzoekers
Devica Umans 088 320 8942 (alleen tijdens kantooruren) d.umans@antoniusziekenhuis.nl
Hester Timmerhuis 088 320 7051 h.timmerhuis@antoniusziekenhuis.nl
Lotte Boxhoorn 088 320 7052 / 088 320 7053 l.boxhoorn@antoniusziekenhuis.nl
Christa Sperna Weiland 088 320 7054 c.spernaweiland@antoniusziekenhuis.nl

 

Algemene contactinformatie
Algemeen nummer datacenter (Alleen tijdens kantooruren) 088-320 8942
Fax 088-320 7070

 

Doel van de PICUS-studie

Het doel van de PICUS-studie is het vaststellen van de klinische toegevoegde waarde van het routinematig uitvoeren van een EUS in patiënten met een eerste episode van idiopathische acute pancreatitis.

 

Inclusiecriteria
  • Eerste episode van idiopathische acute pancreatitis*
  • Patiënten van 18 jaar of ouder
  • Schriftelijke toestemming voor deelname van de patiënt

 

Exclusiecriteria
  • Pancreatitis met bekende etiologie
  • Recidiverende pancreatitis
  • Chronische pancreatitis
  • EUS niet mogelijk (bv. door veranderde anatomie door gastric bypass)
  • Diagnostische EUS voor inclusie

 

*DEFINITIE IDIOPATHISCHE PANCREATITIS*

Geen aanwijzingen voor een etiologie gedurende standaard diagnostische work-up**:

  1. Consumptie van < 5 eenheden alcohol in de laatste 24 uur voor de start van de klachten 

 

  1. Geen galstenen, microlithiasis of sludge in de intra- of extrahepatische galwegen of galblaas op beeldvorming
  2. Geen verwijde ductus choledochus op echo abdomen bij opname
    1. > 8 mm in patiënten 75 jaar of jonger
    2. > 10 mm in patiënten ouder dan 75 jaar
  3. ALAT ≤ 2 keer de bovengrens van de normaalwaarde in het eerste lab bij opname

 

  1. Calcium < 3 mmol/l bij opname
  2. Triglyceriden < 11.2 mmol/l bij opname
  3. Geen ERCP in de laatste 24 uur voor de start van de klachten 
  4. Geen start of verhoging van de dosering van medicatie geassocieerd met acute pancreatitis*** in de laatste maand voor de start van de klachten 
  5. Geen abdominale chirurgie in de laatste 24 uur voor de start van de klachten 
  6. Geen abdominaal trauma in de voorgeschiedenis in combinatie met tekenen van abdominaal trauma op beeldvorming
  7. Geen voorgeschiedenis van cystic fibrosis
  8. Geen genetische mutaties geassocieerd met acute pancreatitis
  9. < 2 directe familieleden (ouders, kinderen, broers, zussen) met een voorgeschiedenis van acute pancreatitis
  10. Geen direct familielid met een genetische mutatie geassocieerd met acute pancreatitis in combinatie met een direct familielid met een voorgeschiedenis van acute pancreatitis
**STANDAARD DIAGNOSTISCHE WORK-UP**
  1. Anamnese, inclusief vragen over:
    1. Alcoholgebruik
    2. Recente ERCP's, abdominale operaties of abdominaal trauma
    3. Voorgeschiedenis en medicatiegebruik
    4. Familieanamnese 
  2. Laboratoriumonderzoek bij opname, inclusief:
    1. Serum triglyceriden
    2. Serum calcium, gecorrigeerd voor het serum albumine
    3. Serum ALAT
  3. Beeldvorming (echo/MRI/MRCP) na klinisch herstel
***MEDICATIE GEASSOCIEERD MET ACUTE PANCREATITIS***
Paracetamol Cisplatin Hydrochloorthiazide Methyldopa Natriumstibogluconaat
Asparaginase Cytarabine Interferon-α Metronidazol Meglumine antimoniaat
Azathioprine Didanosine Itraconazol Octreotide Fenformine
Bortezomib Enalapril Lamivudine Olanzapine Simvastatine
Capecitabine Erythromycine Mercaptopurine Opiaten Steroïden
Carbamazepine Oestrogenen Mesalazine Oxyphenbutazon Sulfasalazine
Cimetidine Furosemide Olsalazine Pentamidine Cotrimoxazol 

 

Onderzoeksteam

Principal investigators:

Dr. Jeanin E. van Hooft, MD, PhD, MBA             MDL-arts Amsterdam UMC

Prof. Marc G.H. Besselink, MD, PhD (co-PI)     HPB-chirurg Amsterdam UMC

 

Studiecoördinator:

Devica Umans, onderzoeker

 

Achtergrond

In ongeveer 25% van de patiënten met acute pancreatitis kan geen oorzaak worden gevonden. Meerdere aanvullende diagnostische modaliteiten zijn onderzocht om de detectie van etiologie in acute pancreatitis te verhogen, waaronder endoscopische echografie (EUS). Tot op heden is er echter geen consensus over de waarde van EUS in patiënten met idiopathische acute pancreatitis (IAP).

 

PICO PICUS

P             106 patiënten met een eerste episode van idiopathische acute pancreatitis

I               Endoscopische echografie

C             -

O             Detectie van etiologie

 

Design

De PICUS-studie is ontworpen als een prospectief multicenter cohortstudie van 106 patiënten met idiopathische acute pancreatitis. Al deze patiënten zullen een EUS ondergaan, waarbij aan de uitvoerend endoscopist zal worden gevraagd een kort online CRF in te vullen over de bevindingen van de EUS.

Tevens wordt aan patiënten gevraagd driemaal een kwaliteit van leven-vragenlijst in te vullen (de SF-36), bij inclusie, na zes maanden en na twaalf maanden. Daarnaast geven patiënten toestemming tot inzage in de medische gegevens door de Pancreatitis Werkgroep gedurende de studieperiode.